Wie is toch die kale vent?

In het vroege voorjaar was ik voor het eerst van mijn leven klant in plaats van adviseur. Bij mijn eigen ziekenhuis moest ik een kleine operatieve ingreep ondergaan. Vroeg in de ochtend meldde ik mij nuchter op de afdeling dagopname.

Ze aaide zachtjes over mijn schouder
Een verpleegkundige nam mij mee voor een intakegesprek. De jongeman had feilloos door dat ik, ondanks mijn schijnbaar zelfverzekerde houding, erg nerveus was. Hij deed er alles aan om mij gerust te stellen. Na de intake mocht ik naar de verpleegafdeling waar ik mij omkleedde en in bed plaatsnam. Wat later kwam er een verpleegkundige die mij naar de operatiekamer reed, een gezellig koetjes en kalfjes gesprek zorgde ervoor dat ik mij op m’n gemak voelde.

Op de OK trof ik de chirurg en een aantal assistenten, die rustig en beheerst de voorbereidingen troffen voor de ingreep. Het leek alsof ik die dag de enige patiënt was en dat ze alles hadden geregeld om er voor mij een fijne dag van te maken. De narcose zorgde ervoor dat ik in mijn eigen wereld terechtkwam en even niet meekreeg wat er gebeurde; wat ik overigens best een prettig idee vond. Wat ik nog wel weet is dat ik heerlijk gedroomd heb. Goed spul zeg, dat narcosemiddel!

Toen ik wakker werd keek ik in een paar prachtige ogen en werd ik met een glimlach toegesproken door een OK assistente. Ze vroeg hoe ik mij voelde en of ik lekker geslapen had. Terwijl ze het vroeg, aaide ze mij zachtjes over mijn schouder.

Terug op de werkvloer
Terug op de afdeling werd ik voorzien van koffie en brood, ik was dan ook al ruim 24 uur nuchter en lustte wel wat. Na een paar uur, waarin werd gemonitord of er geen complicaties volgden, mocht ik naar huis. Een dag na de operatie werd ik gebeld door een verpleegkundige van de betreffende afdeling. Ze vroeg hoe het met mij ging en of alles naar wens was gegaan. Ik kon alleen maar bevestigen dat de zorg die ik had gekregen een diepe indruk op mij had gemaakt.

Na een paar dagen van herstel ging ik weer aan het werk en reisde ik af naar één van mijn klanten, een ziekenhuis. Het klinkt misschien gek maar ik keek toch weer anders naar mijn werk, daar aan de andere kant van de balie, daar waar niet de zorg plaatsvindt maar de ondersteunende activiteiten. Er vielen mij die dag een paar dingen op.

Gesloten deuren en smartphones
Toen ik van de parkeerplaats naar mijn afdeling liep, richting de vleugel waar alle stafdiensten zitten, liep er een dame ongeveer drie meter voor mij. Voor de eerste tussendeur versnelde ze haar pas waarmee ze de afstand tussen ons vergrootte. Bij de deur aangekomen, opende ze deze met haar pasje en liep vlug door. Verderop in de gang kwam ik een paar collega’s tegen van ICT. Op het moment dat we elkaar passeerden, doken een aantal van hen in hun smartphone. Twee momenten kort achter elkaar waarin collegiaal contact bewust vermeden werd.

Op dat moment realiseerde ik mij dat de cultuur, werkhouding, collegialiteit maar vooral de klantgerichtheid binnen de stafdiensten van ziekenhuizen vaak beneden het peil ligt ten opzichte van die binnen de zorgafdelingen.

Het goede voorbeeld 
Het compliment kwam een paar maanden later toen een collega binnen dat ziekenhuis mij vertelde dat iemand van een andere stafafdeling haar had gevraagd wie toch die kale kerel is die iedere dag fluitend op de gang loopt, deuren voor anderen openhoudt en iedereen vriendelijk gedag zegt. Ik hoop dat goed voorbeeld doet volgen!