Tag archieven: Gerwin van de Braak

Wachtkamers vol met asielzoekers een utopie?

De zorgkosten voor asielzoekers zullen in 2015 ten opzichte van vorig jaar bijna verdubbelen tot een bedrag van €130 miljoen. Dat is het gevolg van de aanzwellende stroom vluchtelingen. Zo meldt Menzis, de zorgverzekeraar die belast is met de financiële afwikkeling van zorg aan asielzoekers (NU.nl 30/09/15). Op de RTL nieuws-site las ik dat in het AZC Overloon twee derde van de asielzoekers in een half jaar tijd minstens éénmaal bij de huisarts over de vloer komt, maar dat dit meestal niet bij één bezoek blijft.

Verhitte discussies

In Nederland is een enorme discussie over de vluchtelingenstroom gaande tussen voor- en tegenstanders en tussen de linkse- en rechtse politiek. Op social media zie ik dat mensen elkaar virtueel in de haren vliegen als het gaat om de verschillende standpunten. Het artikel op de RTL-site levert binnen een paar dagen honderden reacties op en via Facebook is het artikel massaal gedeeld. Enerzijds is in reacties te lezen dat mensen stellen dat asielzoekers massaal misbruik maken van ons zorgsysteem en anderzijds zie je reacties van mensen die dit bestrijden.

Iedereen heeft recht op zorg

Iedereen die in Nederland woont heeft recht op zorg. Asielzoekers met een geregistreerde status kunnen via de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) aanspraak maken op nagenoeg alle vormen van zorg. Het verstrekkingenpakket is ongeveer gelijk aan de rechten vanuit de basisverzekering. Om toegang tot deze zorg te krijgen kunnen asielzoekers terecht bij één van de landelijke informatiepunten of bij een 24-uurs telefonische praktijklijn. Deze verzorgt een eventuele afspraak met een huisarts of andere eerstelijnszorg maar bijvoorbeeld ook het taxivervoer van en naar de zorgverlener. Een aantal opvangcentra, zoals die in Heumensoord bij Nijmegen, heeft zelfs een volledig ingerichte huisartsenpost. Zorgverleners zijn wettelijk verplicht (WGBO) om op duidelijke wijze met patiënten te communiceren. Zo is in een filmpje op de RTL nieuws-site te zien dat een huisarts met een patiënt praat via een tolkentelefoon en dat alles live vertaald wordt naar het Arabisch.

Gratis opknapbeurten?

In 2014 heeft Nederland ongeveer € 70 miljoen uitgegeven aan zorg voor asielzoekers, Menzis schat in dat dit in 2015 zal oplopen tot € 130 miljoen. Elsevier heeft berekend dat de zorgkosten van asielzoekers per persoon gemiddeld € 6.160 per jaar bedragen (gegevens Ministerie van Veiligheid en Justitie). Dat is ruim het dubbele van de zorgkosten die Nederlanders maken. Als verklaring wordt gegeven dat door trauma’s, uitputting en slechte hygiëne, de algehele gezondheid van vluchtelingen slechter is dan de onze. Maar ook omdat de screening, logistieke- en handling-kosten hoger zijn. Omdat asielzoekers doorgaans niet of nauwelijks financiële middelen hebben, geldt voor hen géén eigen risico.

Maar wordt er misbruik gemaakt van ons zorgsysteem? Wettelijk gezien mogen zorgverleners alleen die zorg leveren die medisch noodzakelijk, doelmatig en geïndiceerd is. Dat wil zeggen dat artsen bepalen of een patiënt écht zorg nodig heeft, welke zorg én of de kosten van die zorg in verhouding staan tot het beoogde resultaat. En zonder geldige verwijzing heeft niemand toegang tot medisch specialistische zorg. Het systeem is zodanig ingericht, met voldoende medische controls, dat er niet zo maar gratis ‘opknapbeurten’ kunnen worden uitgedeeld.

Uit de bocht gevlogen

Bijna werden we op het verkeerde been gezet toen fractievoorzitter van de VVD Halbe Zijlstra in een interview zei dat asielzoekers met een tijdelijke verblijfsvergunning geen recht op plastische chirurgie zouden moeten hebben, hij noemde ooglidcorrecties, borst verkleiningen of -vergrotingen en complete tandrenovaties. Nog dezelfde dag heeft hij deze ‘fout’ hersteld en zei hij dat deze ingrepen, behoudens herstel van oorlogsverwondingen, niet vallen onder de basiszorg voorzieningen en dus niet gedaan worden.

Please retweet

Maar stromen de wachtkamers in ziekenhuizen ook daadwerkelijk vol met asielzoekers? Merken andere zorgverleners dat de zorgvraag door asielzoekers toeneemt? Zelf heb ik dergelijke signalen nog niet ontvangen. Het is niet onmogelijk maar voorlopig zeker nog geen werkelijkheid.

Please reageer, retweet, share op Facebook, Google+, Instagram, Youtube en/of Linkedin, maar wilt u mij één ding beloven? Vlieg elkaar alstublieft niet in de haren!

GGZ-sector met stip van plaats 30 naar plaats 2

Bij zorginstellingen tijdelijke en projectmatige inzet van finance & control professionals. Vakinhoudelijke expertise en pragmatische oplossingen. Dat is wat DEFINANCIALS in de Zorg voor u doet.

Mijn blog van juni 2012: Jaren terug was ik bij één van de grootste ICT bedrijven van de wereld tijdelijk aangesteld als leidinggevende van een team van 12 hoog opgeleide controllers. De kerntaak van deze afdeling was het analyseren van het internationale dataverkeer en op basis van de hoeveelheid traffic, een verdeling te maken van overheadkosten per businessunit.

Waar zijn we nu helemaal mee bezig?

De enorme hoeveelheid data en de omvang van de organisatie maakten dit werk complex. Mijn team zat verspreid over een kantoortuin met meer dan honderd flexplekken en, ondanks dat er voornamelijk Nederlanders werkzaam waren, was de voertaal Engels. Bijpraten deed je bij de KC* en als je in het bezit was van de nieuwste TP**, dan was je een bevoorrecht mens. De communicatie verliep digitaal, de druk was hoog en de werktijden waren onregelmatig. Eerlijk gezegd snapte ik niet zo goed wat de drive van deze mensen was. Desondanks zag ik blije gezichten en werkte iedereen hard aan de monthly financial close.

Sociale betrokkenheid

Toen ik mijn eerste opdracht deed in de GGZ-sector, ervoer ik volledig het tegenovergestelde van de cultuur binnen het ICT-bedrijf. De communicatie was persoonlijker, de werkdruk acceptabel en ook het sociale aspect speelde een belangrijke rol. En wat ik altijd persoonlijk een uitdaging heb gevonden – en wat ik miste bij het ICT-bedrijf –  was het gevoel iets direct bij te kunnen dragen aan het primaire proces: de zorg aan cliënten die door hun beperking niet altijd in staat zijn om zelf kwalitatief goede zorg af te dwingen. En die drive zie ik nog dagelijks bij de GGZ-controllers waar ik tegenwoordig mee werk.

Spanningsveld tussen geld en zorg

Het is niet eenvoudig om die sociale rol te vervullen, want de GGZ controller heeft te maken met een belangrijke en gecompliceerde factor. Financiering. De hoogte van de behandelvergoeding hangt onder meer af van de hoeveelheid aan bestede minuten per behandeling, waarbij vaste tarieven gelden voor een productgroep. Een financieringswijze die instellingen dwingt om alleen maar “standaardcliënten” te behandelen, volgens standaard protocollen, tegen een genormeerd DBC tarief. En daar zal de klantgerichte GGZ-controller, in het spanningsveld tussen DE-standaard (financiering) en het cliëntgerichte behandelprogramma, ruimte moeten creëren.

And the winner is…

De GGZ-sector is in juni 2012 gekozen tot een na beste werkgever van Nederland. Medewerkers vinden hun sector innovatief en ondernemend, ze waarderen het maatschappelijke doel, zijn tevreden met de goede arbeidsvoorwaarden en zijn trots op wat ze voor cliënten doen. Toen ik googelde op “beste werkgever” las ik een soortgelijke tekst uit 2007: “De organisatie wordt door haar werknemers geroemd om de goede sfeer op de werkvloer, om de flexibiliteit, de goede balans tussen werk en privé en de cultuur waarin iedereen elkaar ondersteunt en samenwerkt.” Grappig, deze tekst had betrekking op het ICT-bedrijf, dit was de beste werkgever in 2006.

(* Koffiecorner) (** IBM Thinkpad laptop)

Trajectcontrol in DE zorg

Bij zorginstellingen tijdelijke en projectmatige inzet van finance & control professionals. Vakinhoudelijke expertise en pragmatische oplossingen. Dat is wat DEFINANCIALS in de Zorg voor u doet.

Mijn blog van Mei 2012: Prestatiebekostiging is in de zorg alweer een aantal jaren ingevoerd en iedereen is aan de veranderingen gewend geraakt. Prestatiebekostiging heeft veel invloed gehad (en nog steeds) op de ontwikkeling van besturingsmodellen in de zorg. Toch zijn nog veel zorgondernemingen zoekende naar het meest geschikte model.

Ouderwetse parameters

Bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg wordt sinds 2012 gefactureerd op basis van DBC’s maar interne rapportages zijn desondanks nog steeds op oude parameters gebaseerd (verrichtingen, behandelingen, therapieën). In de personeelsrapportages zie ik fte per afdeling en ziekteverzuim terug maar niets over productiviteit per zorgmedewerker. Hetzelfde patroon zie ik in veel ziekenhuizen: kostenrapportages op clusterniveau en eventueel subafdelingen terwijl de opbrengstenrapportages op basis van de “ouderwetse” parameters plaatsvinden: opnamen, verpleegdagen en polikliniekbezoeken. Als ik kijk naar essentiële activiteiten die mede bepalend zijn voor de hoogte van de omzet, dan zijn kwaliteit en volledigheid van patiëntgegevens in combinatie met verrichtingen- en tijdregistratie veel belangrijkere prestatie-indicatoren.

Logistieke kijk op zorgtrajecten

Veel zorgondernemingen zijn op dit moment actief bezig met het opnieuw bepalen van hun besturingsmodel en de daarbij behorende rapportages op essentiële prestatie-indicatoren. Daarbij wordt de managementinformatie ingericht in lijn met het logistieke zorgproces. Iedere patiënt doorloopt een zorgtraject, bijvoorbeeld: triage (intake), diagnosestelling, behandeling en controle. Vroeger kreeg de instelling voor iedere prestatie in het zorgtraject een vergoeding, nu krijgt de instelling één bedrag voor het gehele traject, en is het belangrijk om de juiste functie efficiënt in te zetten binnen het zorgtraject.

Nieuwe informatiesystemen moeten inzicht geven over de inzet die zorgmedewerkers leveren per activiteit, per zorgtraject en per patiënt. Niet de managers binnen een hiërarchische organisatiestructuur leggen verantwoording af, maar medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het behandelen van patiënten of patiëntencategorie binnen een zorgdiscipline. Zo wordt inzichtelijk hoe de opbrengstenstroom wordt gerealiseerd maar ook welke waarde per functie (activiteiten) aan het zorgtraject wordt toegevoegd (of bij inefficiëntie, wordt onttrokken).

Pre-indicatie en normen

Informatiesystemen leveren voor zover mij bekend hiervoor nog geen standaard oplossingen. Ik zie voor me dat in de nabije toekomst de roostering van zorgmedewerkers gekoppeld wordt aan het afsprakensysteem van patiënten en dat wanneer een patiënt een intake heeft gehad er een pre-indicatie plaatsvindt en het gehele zorgtraject op basis daarvan vooraf wordt bepaald, gepland en geroosterd. Gedurende het zorgtraject zal er informatie beschikbaar zijn over de verwachte opbrengsten, de uitgevoerde activiteiten versus geplande activiteiten, gerealiseerde tijd versus geplande tijd en wordt er gestuurd op productiviteit per medewerker. Meerwerk ten opzichte van het standaard behandelplan leidt tot een rood balletje in de stoplichtenrapportage op patiëntniveau.

Weer een nieuwe rapportage?

Ik hoor diverse zorgmanagers nu denken: “krijgen we er nu weer een rapportage bij?” Nee hoor, als ik zorgmanager was dan zou ik alle bestaande rapportages weggooien en volledig overgaan op trajectcontrol. Als u binnen een traject de normen niet overschrijdt wordt de juiste kwaliteit geleverd, tegen de afgesproken kosten, binnen een vooraf bepaald tijdspad met als resultaat tevreden patiënten.

“Het academisch kwartiertje”

Bij zorginstellingen tijdelijke en projectmatige inzet van finance & control professionals. Vakinhoudelijke expertise en pragmatische oplossingen. Dat is wat DEFINANCIALS in de Zorg voor u doet. Mijn blog:

Juli 2010: Volgens Wikipedia ontstond het academisch kwartiertje al eind negentiende eeuw. Doordat professoren structureel te laat kwamen, begonnen colleges op universiteiten standaard later dan ingeroosterd.   

De professoren hadden zich dit recht geleidelijk aan verworven en lieten dit niet meer los. De gewonnen tijd bood ruimte om tussen colleges rust te nemen of andere zaken te doen. Maar, studenten moesten wel op tijd komen. Was het bekende kwartiertje voorbij en de professor nog niet aanwezig, dan mochten studenten de collegezaal verlaten.

Laatkomerij

Toen ik voor het eerst een opdracht uitvoerde bij een academisch ziekenhuis maakte ik kennis met dit begrip en de alom geaccepteerde laatkomerij. Blijkbaar is het zo dat wanneer studenten klaar zijn met hun studie en doorgroeien tot medisch specialist of hoogleraar, zij zichzelf het privilege van structureel te laat komen eigen maken. Overleggen waaraan ik als financieel adviseur deelnam, begonnen pas als de hoogleraar aanwezig was. Gek genoeg was dat inderdaad meestal een kwartier later dan gepland. Lacherig merkte een zorgmanager op dat dit ‘academisch geaccepteerd’ was.

Proactief gedrag

Bij datzelfde ziekenhuis startte in die periode een klantgerichtheidprogramma. Doel: de dienstverlening vanuit de financiële kolom richting de medisch specialisten verbeteren. Een projectorganisatie was opgezet, een gespecialiseerd bureau op het vlak van klantgerichtheid ingeschakeld. Spoedig hadden de financieel controllers een verbeterplan opgesteld.  Belangrijkste uitgangspunten:

  • handel proactief;
  • werk planmatig/gestructureerd;
  • communiceer zorgvuldig;
  • kom afspraken na;
  • overtref verwachtingen.

Het resultaat mocht er zijn. Controllers waren vroeger aanwezig bij afspraken, beter voorbereid, gaven ongevraagd advies en deden er alles aan om de verwachtingen te overtreffen: een nieuwe dynamiek die de professionaliteit van dienstverlening goed deed.

Tweedimensionaal

Toch miste ik iets. De klanten, in dit geval de medisch specialisten, bleven reactief, communiceerden nauwelijks, kwamen afspraken niet na en waren nog altijd standaard een kwartier te laat! Is dit onveranderlijk gedrag en acceptabel? Nee, dit is onacceptabel gedrag wat voorkomen had kunnen worden door het verbeterprogramma tweedimensionaal te implementeren. Het resultaat: duidelijke werkafspraken tussen klant en dienstverlener. Desondanks: ik heb nog regelmatig de neiging weer student te zijn. Als een medisch specialist te laat komt: gewoon opstappen!

“Het ziekenhuis: waar parkeert u uw auto?”

Bij zorginstellingen tijdelijke en projectmatige inzet van finance & control professionals. Vakinhoudelijke expertise en pragmatische oplossingen. Dat is wat DEFINANCIALS in de Zorg voor u doet. Mijn blog:

Juni 2010: Ziekenhuizen worden steeds klantgerichter. Het tegeltje met “De patiënt centraal” tref je steeds vaker aan. “De patiënt centraal” laat zien waar het ziekenhuis de focus heeft in het denken. Maar blijkt dat ook uit het doen? Ook binnen financiële afdelingen doet klantgerichtheid haar intrede.

Dan gaat het vooral om de klantgerichtheid richting de medisch specialisten: interne dienstverlening die erop gericht is inzicht te geven in de financiële performance. Ik zie het daar vaak misgaan omdat het complexe batenstelsel en de moeilijk te begrijpen kostenstructuren vaak veel toelichting vragen en afleiden van waar het voor een arts echt om draait, namelijk innovatie, gericht op het beter beter maken van patiënten.

Patiëntgericht denken

Controllers die de slag maken van klantgericht naar patiëntgericht denken verdiepen zich meer in hoe een patiëntproces verloopt en slaan de brug tussen dit proces en financiën. “De patiënt centraal” richt zich dan niet alleen op het primaire zorgproces, maar bijvoorbeeld ook op het intaketraject, de patiëntenlogistiek en nazorg. Hoeveel klantgerichter wordt een specialist als hij in staat is beter afspraken na te komen? Wat is de winst als de specialist minder tijd kwijt is aan registratie en administratie? Hoe kunnen verschillende specialismen samenwerken en betere zorg leveren zonder onduidelijkheden over complexe verrekensystemen? Juist, door interne klantgerichtheid met patiëntfocus.

Patiëntgericht adviseren

De controller is adviseur en specialist in processen. Maar is de controller ook adviseur als het gaat om patiëntgerichtheid? En zo ja, tot hoever gaat patiëntgericht adviseren? Toen ik onlangs ‘s morgens vroeg bij een ziekenhuis mijn auto wilde parkeren moest ik doorrijden tot de derde etage voordat ik een plekje vond. Even later, toen ik wilde vertrekken, zag ik een file voor de parkeergarage staan. Op de gezichten van de bestuurders zag ik de stress omdat zij mogelijk te laat waren voor hun afspraak. Patiënten die wel een plek hadden gevonden, stonden minimaal op de derde etage van de garage en moesten een flinke afstand te voet afleggen voordat zij in het ziekenhuis waren. Patiëntgericht adviseren tot op parkeergarageniveau? Waar parkeert u uw auto?