Zullen we samen een vlieger oplaten?

Ik merk dat naarmate je ouder en meer ervaren wordt, je steeds vaker het keurslijf uittrekt waar je als jonge professional en als mens in gepropt bent. Bij de grote consultantsfirma waar ik vroeger werkte was de stelregel dat voor iedere opdracht die je uitvoerde, een plan van aanpak gemaakt moest worden. Bij voorkeur in een Prince2 format en altijd geaccordeerd door je opdrachtgever.

Is facturen boeken ook een project?

‘Tja, maar wat nou als je op een administratie wordt ingezet om facturen te boeken?’ Een vraag die regelmatig kwam van de wat jongere professionals. ‘Ja ook dan’, werd gesteld. Want dat je wordt ingehuurd kent altijd zijn oorsprong in een moment van behoefte. Een moment waarop de opdrachtgever een probleem signaleert met als effect of uitkomst dat er te weinig mankracht is.

Omdat binnen het consultantsbedrijf de stelregel was dat een professional altijd verwachtingen moest overtreffen, werd door middel van een projectmatige aanvliegroute gewerkt naar een structurele oplossing van een probleem. En dat werkte dus, daarmee was de consultant in control, van toegevoegde waarde en door een tijdelijke inzet werd een permanente oplossing bereikt.

De KITE-vlieger

De stelregel van altijd werken volgens een projectmatige aanpak en te werken met het kop, romp en staart principe, hanteer ik nog steeds. Dat zit ingebakken en is bewezen succesvol. Ik heb deze aanpak zelf tot de KITE-methode gebombardeerd. Een methode waarbij het oplaten van de vlieger symbool staat voor het projectmanagementtraject. De vlieger maakt een reis waarbij in de aanvliegroute vooraf de Kwaliteit wordt bepaald, dan tevens de Investering (wat mag het gaan kosten?), binnen welke Tijd het doel gerealiseerd is en met als eindbestemming het beoogde Eindresultaat.

Wel laat ik steeds meer de theoretische principes los van bijvoorbeeld een Prince2 of andere techniek. Ook wordt de vaktechnische context in verhouding tot de gedragsmatige en veranderingscontext, steeds kleiner. En binnen mijn sector De Zorg merk ik dat de maatschappelijke context meer en meer belangrijk wordt.

Oude rotten

Kortom, een gedeelte van het keurslijf is inmiddels verdwenen. Ik vind het grappig om te zien dat veel oude ‘rotten’ vaak helemaal geen keurslijf meer lijken te hebben, die hebben alle principes in de loop der jaren afgeschud. Als deze mensen je opdrachtgever zijn, dan heb je mogelijk een andere uitdaging. Want hoe manage je je opdrachtgever terug in het keurslijf? Of moet je dat juist niet willen?

Een eerste gesprek met zo’n opdrachtgever open ik altijd met de vraag: ‘Zullen we kijken of we samen een vlieger kunnen oplaten?’